Fietszone Diest scoort slecht op de criteria van De Fietsraad

21 Mei 2022

Fietszone Diest scoort slecht op de criteria van De Fietsraad

Voor een goede fietszone zijn drie zaken bepalend: je moet er vlot doorheen kunnen fietsen, er is beperkt gemotoriseerd verkeer en de inrichting is op maat van de fiets.                                   

Terwijl ons stadsbestuur uitpakt met trotse fietsambassadeurs, faalt onze fietszone op heel wat criteria die voor De Fietsraad (ook wel ‘Fietsberaad Vlaanderen’) bepalend zijn om te komen tot een succesvolle fietszone.

Tot nu toe zette het stadsbestuur voornamelijk in op het plaatsen van specifieke bebording, het aanbrengen van wegmarkeringen en de invoering van de zone 30. Momenteel wordt er ook een plan uitgerold met verschillende sensibiliseringsacties, wat uiteraard een goed idee is.

Helaas lijkt het met een aantal belangrijke voorwaarden om tot een echt succes te komen veel minder goed te vlotten. Om een fietszone effectief en optimaal te laten functioneren zijn immers drie zaken bepalend: je moet er vlot doorheen kunnen fietsen, er is beperkt gemotoriseerd verkeer en de inrichting is op maat van de fiets.

 

Doorgaand gemotoriseerd verkeer

Volgens het rapport van De Fietsraad blijft het weren van doorgaand verkeer cruciaal en is slechts een beperkte hoeveelheid herkomst- of bestemmingsverkeer aanvaardbaar: ‘Vooral doorgaand gemotoriseerd verkeer heeft moeite om zich als gast te gedragen en wordt daarom best vermeden. Uitgangspunt moet steeds zijn dat de auto te gast is, en liefst over een zo kort mogelijk traject gebruik maakt van de fietszone zodat er zo min mogelijk hinderlijke ontmoetingen plaatsvinden.’

Het ontbreken van een effectief lussensysteem (nochtans wel opgestart in een vorige legislatuur met DDS aan boord) is duidelijk de achilleshiel. Het blijft tot vandaag perfect mogelijk om met de auto heel de binnenstad van Diest te doorkruisen, van de Hasseltsepoort tot de Schaffensepoort, ook al moet je daar niet noodzakelijk zijn. Dat maakt bijvoorbeeld van de Overstraat en van de smalle straatjes tussen de Overstraat en de Koning Albertsstraat onnodig erg populaire sluipwegen voor gemotoriseerd verkeer dat evengoed gebruik zou kunnen maken van de ring. De toegenomen drukte lokte recent een ietwat cynische reactie (in zaken van mobiliteit wederom zonder voorafgaand debat) uit van de burgemeester: in plaats van het doorgaand verkeer in de Overstraat te beperken om de fietser te beschermen, werd onlangs éénrichtingsverkeer ingevoerd voor fietsers!

De omgekeerde wereld is in Diest duidelijk geen fictie. Het rapport van De Fietsraad zegt daarover onomwonden het volgende: ‘In de praktijk zijn veel éénrichtingsprofielen smaller waardoor fietsers in de verdrukking raken door tegemoetkomend verkeer dat gedeeltelijk op de tegenrichting rijdt. Zeker in deze situaties is het belangrijk dat de intensiteiten van motorvoertuigen zo laag mogelijk wordt gehouden. In deze situaties is het eveneens belangrijk dat er langs de rand van de weg geen hinder is (parkeren, laden & lossen, verkeersborden, …). Ook de positie van de fietser in tegenrichting kan door middel van fietslogo’s verduidelijkt worden.’

 

Nooit fietsen in de voetgangerszone?

Na de heraanleg van de voetgangerszone werd het uitzonderingsbord voor fietsers verwijderd. Het rapport van De Fietsraad toont begrip voor die beslissing: ‘Een fietsstraat of fietszone is lastig combineerbaar met gebieden met veel voetgangers. Voetgangers die wandelen hebben vaak een onvoorspelbaar gedrag, zeker als ze in groep zijn. Ze gaan bijvoorbeeld van etalage naar etalage, steken plots over of staan ineens stil. Fietsers op een fietsstraat of in een fietszone zijn juist onderweg van A naar B waardoor er hinder kan ontstaan. Als er toch veel voetgangers zijn, dan zijn er bij voorkeur aparte voetgangersvoorzieningen.’

Toch merken we in verschillende centrumsteden dat fietsers bijvoorbeeld voor 10 uur ’s morgens en na 6 uur ’s avonds wél toegang krijgen tot de voetgangerszone. Gezien de desolate indruk van de wandelzone in Diest ’s morgens, ’s avonds en ’s nachts zou dat ook hier perfect mogelijk moeten zijn, helaas heeft onze burgemeester hier geen oren naar. Heeft hij al eens -helemaal alleen- rond 7.30 uur met de fiets aan de hand door de winkelwandelstraten gewandeld?

Anderzijds zijn die uitzonderingsborden volgens de wegcode eigenlijk overbodig. In alle voetgangerszones geldt immers artikel 22 sexies.2 uit de wegcode: in die zones mogen fietsers stapvoets fietsen, op voorwaarde dat ze daarbij de voetgangers niet hinderen. Enkel wanneer de dichtheid van het voetgangersverkeer hun doorgang bemoeilijkt, moeten ze afstappen. Bijzonder vreemd dat de politie (in burger) in Diest de opdracht heeft gekregen om fietsers te waarschuwen dat ze de wegcode overtreden, ook al fietsen ze traag in een lege straat.

 

Vlot van A naar B?

Als we dan het verbod om te fietsen in de voetgangerszone optellen bij de -nieuwe- enkele richting voor fietsers in de Overstraat, dan wordt fietsen in Diest van pakweg NW naar ZO plots een hele denkoefening. Je geraakt niet meer via de kortste, en al zeker niet via de veiligste weg van het ene stadsdeel naar het andere. Dat wringt in de hoofden van fietsers: in een stad die zich beroept op z’n fietszone word je als fietser her en der omgeleid.

Zo komen we finaal opnieuw terecht bij het rapport van De Fietsraad: ‘Als de randvoorwaarden voor een fietsstraat of fietszone niet goed zijn, dan is de kans op succes gering en het ontstaan van veel ergernis en handhaving bijna vanzelfsprekend.’